Eind 19e eeuw in de buurt van Fort Frances, Canada

Hoe wij de natuur tot grondstof maakten

Ik ben rooms-katholiek opgevoed. Op de lagere school, toen heette dat nog zo, leerden fraters me hoe ik moest bidden, wat zonde was en dat ik mijn naasten lief moest hebben. De catechismus kon ik foutloos van achteren naar voren opdreunen. Later, op de middelbare school, gaf een priester godsdienstles; hij vertelde ons hoe de vork in de steel zat, met God en de mens als middelpunt.

Zorg hebben voor de ander, betrokkenheid, verdraagzaamheid en empathie, dat zijn waardevolle lessen die ik uit die opvoeding heb meegekregen. Maar pas veel later besefte ik dat mijn opvoeders iets wezenlijks hadden overgeslagen: dat liefde niet bij de mens ophoudt. Dat ook de natuur, de bomen, de rivieren en de dieren ons respect verdienen.

Pas toen ik het beroemde essay van Lynn White Jr., The Historical Roots of Our Ecologic Crisis (1967), las, viel er iets op zijn plaats. White stelde dat onze omgang met de natuur niet zomaar een gevolg is van technologie of economie, maar van onze manier van denken gevormd door het christendom. Eeuwenlang geloofden mensen dat de natuur bezield was: elke bron, berg of boom had een geest. De mens maakte deel uit van dat levende geheel. Maar het christendom “onttoverde” die wereld. De natuur werd iets doods, iets wat we mochten gebruiken.

Een mooi voorbeeld vind ik het ritueel van de Aboriginals rond de heilige berg Uluru (ook bekend als Ayers Rock). Zij beklimmen de berg niet, maar lopen er eerbiedig omheen als teken van verbinding, dankbaarheid en respect voor de aarde en hun voorouders.

White schreef: “Door het heidense animisme te vernietigen heeft het christendom het mogelijk gemaakt de natuur te exploiteren in een sfeer van onverschilligheid jegens de gevoelens van objecten in die natuur.”
Animisme is het geloof dat niet alleen mensen en dieren, maar ook planten, stenen en natuurverschijnselen zoals donder en bliksem een ziel, bewustzijn of levenskracht bezitten.

Ik lees dit niet als kritiek op geloof, maar als een spiegel. Wij verloren onze empathie voor het niet-menselijke. De aarde werd grondstof. Dat zie je terug in de geschiedenis. Toen Europese kolonisten in de zeventiende eeuw aankwamen in Noord-Amerika, zagen ze de bossen niet als levende wezens, maar als hout. Ze kapten, brandden, bouwden. De inheemse volken, die generaties lang in balans met hun omgeving hadden geleefd, werden verdreven. De natuur moest nuttig zijn. Pas toen de bodem uitgeput raakte en de rivieren overstroomden, begonnen we te spreken over bescherming, al bleef ook dat vaak een vorm van beheer, niet van respect of liefde voor de natuur.

Soms denk ik dat we die oude animistische blik opnieuw nodig hebben. Niet om terug te keren naar een mythisch verleden, maar om weer te voelen dat we onderdeel zijn van iets groters.
Ik heb naastenliefde geleerd en dat prijs ik. Maar wat mij niet werd geleerd, was de liefde en respect voor de aarde en natuur. Misschien kunnen wij in het vervolg dit hoofdstuk nog toevoegen aan de lessen burgerschap.

...op hete kolen...

De opwarming van de aarde en de CO2-problematiek behoren tot de meest urgente vraagstukken van onze tijd. In het boek ...op hete kolen... worden de vele aspecten van klimaatverandering en CO2-uitstoot op een begrijpelijke manier uitgelegd. Het boek biedt een uitgebreide verzameling van bekende en minder bekende informatie, verrijkt met persoonlijke ervaringen. Versnipperde milieukwesties worden samenhangend gepresenteerd; pittige en controversiële meningen worden niet uit de weg gegaan. 


Misschien vind je dit ook interessant


Zonnetorens: een dure les

Zonnetorens, ook wel concentrated solar power-torens (CSP) genoemd, gebruiken honderden tot duizenden beweegbare spiegels (heliostaten genoemd) om zonlicht te concentreren op één punt hoog in een toren. Daar wordt een vloeistof of zoutmengsel verhit tot wel 500 of zelfs nog hogere temperaturen.


Een boek dat mij (nog meer) aan het denken zette

Kortgeleden las ik het boek “Sterrenstof zijn wij van sterrenkundige Margot Brouwer. Het boek combineert natuurwetenschappen, religie en filosofie op een manier die zowel mijn vakgebied raakt als mijn persoonlijke interesse prikkelt. Eén hoofdstuk sprong er voor mij echt uit...


Schrikken wij niet van al die bosbranden en hittegolven?

De steeds terugkerende hittegolven en bosbranden in Zuid-Europa zijn geen toevallige verschijnselen maar tekenen van een dieperliggend probleem: het verdwijnen van bossen. Hoewel vaak wordt gewezen naar CO₂-uitstoot ...


Technologische vooruitgang: een zegen en een vloek

Het is moeilijk om de techniek niet te bewonderen. Wat we in een paar decennia hebben bereikt, is werkelijk onvoorstelbaar. In zeven uur tijd ...